Guatemala
Guatemala is een land in Midden-Amerika, grenzend aan Mexico, Belize, Honduras en El Salvador. Guatemala heeft een uitermate gevarieerd landschap. In het centrum en noordwesten van het land bevindt zich een hoogvlakte met berg- en vulkaantoppen tot boven 4000 meter hoogte.
Afstammelingen van de Maya's leven er volgens eeuwenoude tradities en dragen vaak nog prachtige klederdracht. Het hoogland varieert van 1500 tot 4000 meter. De meeste mensen wonen in de dalen tussen de 1500 en 2500 meter en verbouwen hier onder andere maďs en bonen. Het landschap wordt getypeerd door bergen en ontboste hellingen. De bergen in het centrale gedeelte van Guatemala zijn uitlopers van de Andes.
Ketens dragen exotische namen als Sierra de los Cuchumatanes, Sierra de Chamá en Sierra de Santa Cruz. De Sierra Madre in het zuiden is omringd door vulkanen. De vegetatie in het hoogland bestaat voor het grootste deel uit naaldbomen, zoals cipressen, dennen en pijnbomen. Een vogel die je voortdurend ziet, is de zopilote (gier). De zijden van het hoogland liggen tussen de 600 en 1500 meter.
De vulkanische grond in dit gebied is vruchtbaar en men verbouwt er koffie, maďs en andere gewassen. De vulkaan Tajamulco is met zijn 4420 meter de hoogste top van Guatemala. De vulkanen zijn deels nog actief en er komen in dit gebied veel aardbevingen voor.
In de dunbevolkte Petén-regio bestaat vooral uit graslanden en tropisch regenwoud. Deze regio beslaat ongeveer een derde deel van het land. De flora en fauna in het tropische regenwoud van Guatemala is zeer uiteenlopend. De ceiba, die in dit gebied groeit, wordt door de Maya's als symbool van de kosmos beschouwd. De zapote en kopalboom leveren kauwgom en hars.
In de loop der jaren zijn veel stukken oerwoud vervangen door plantages. Daar groeien nu bananen-, rubber-, en palmbomen. Honderden soorten vogels vliegen rond, waarvan de luidruchtige bonte ara en de zwart gele toekan zich het meest laten zien. Andere dieren zoals apen, gordeldieren en neusbeertjes blijven meestal op een afstand. Roofkatten en slangen zijn vrijwel onzichtbaar. In de kustvlaktes leven niet veel indianen.
Op de vochtige subtropische hellingen in Verapaz en aan de zuidkust groeien koffiebonen, cacaobonen en kardemom. Aan de Pacifische kust, waar een soort savanneklimaat heerst, zijn plantages te vinden. Daar worden suikerriet, katoen en bananen verbouwd. De kust aan de Golf van Honduras heeft een Caribisch karakter met een bijzondere fauna: Er leven reptielen als krokodillen, leguanen en schildpadden.
Op de Caribische kustvlakte van Guatemala worden vooral bananen verbouwd en aan de Pacifische kust zijn plantages opgezet (rubber, katoen en suikerriet). In Alta Verapaz en het Caribisch gebied groeien in het regen- en nevelwoud vele soorten orchideeën, waarvan de Monja Blanca tot nationale bloem is uitgeroepen.
Het nevelwoud is ook het leefgebied van de quetzal. Met zijn prachtige staart is dit kleurrijke vogeltje Guatemala's symbool geworden. De drie belangrijkste rivieren van Guatemala zijn: de Rio Polchic, de Rio Motagua en de Rio Dulce. Deze rivieren monden alle drie uit in de Golf van Honduras. De Rio Usumacinta stroomt noordwaarts naar de Golf van Mexico.
Enkele grote meren, waar Guatemala bekend om is, zijn het Meer van Petén Itza, het Meer van Atilán en het Meer van Izabal. Guatemala heeft enkele nationale parken, zoals het Tikal-park en het Atitlán-park. In dit laatste park, gelegen rond het Meer van Atitlán, leeft de zeldzame reuzenfuut. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld reservaten voor de quetzal, de Petén-kalkoen en de zeekoe (Guatemala's grootste zoogdier).
Guatemala-Stad is met twee miljoen inwoners de grootste stad van Guatemala. De stad spreidt zich uit over een aantal afgevlakte bergen en ravijnen. Verder is een hele hoogvlakte, inclusief omringende valleien, volgebouwd. Guatemala-Stad is de tweede hoofdstad sinds het land door de Spanjaarden werd veroverd. Toen Antigua in 1773 totaal verwoest werd, stichtten de Spanjaarden 45 kilometer oostelijker Guatemala-Stad. Enkele koloniale gebouwen sieren nog steeds het straatbeeld.
In zone 1 is Plaza Mayor een klassiek voorbeeld van een Spaans-koloniaal plein. De beste dag om de plaza te bezoeken is zondag. De inwoners van de stad komen dan massaal naar het plein om te flaneren, op een van de vele bankjes te zitten, ijs te eten en naar salsamuziek te luisteren. Aan het plein staat het Palacio Nacional. Een indrukwekkend gebouw, dat beschadigd is door aardbevingen. De aangrenzende Cathedral Metropolitana is ook niet zonder schade gebleven.
Een aardbeving heeft in 1976 het originele marktgebouw vernield. Op die plek bevindt zich nu het moderne Mercado Central. In zone 10 bevinden zich belangrijke musea, zoals het Museo Popol Vuh. Dit museum bezit een prachtige collectie Maya- en koloniale kunst. In dezelfde zona staat het Museo Ixchel, dat een overzicht biedt van traditionele kunst en klederdracht uit de berggebieden. In zone 13 ligt Museo Nacional de Arquelogía y Etnologi met veel Mayakunst.
Antigua Guatemala was de eerste hoofdstad van 1543 tot de verwoestende aardbeving van 1773. Antigua is één van de oudste en mooiste steden. De ligging tussen drie vulkanen is prachtig en de stad ademt nog de sfeer van de Spaanse kolonisten. Tijdens de Semana Santa zijn de straten overvloedig gedecoreerd met bloemen en ligt de stad vol gekleurd zaagsel. Een bezoekje aan één van de kerken vooral La Merced, Iglesia de San Francisco en Covento de las Capucinas is zeer de moeite waard.
Voor liefhebbers van Mayacultuur is er het Casa K'ojom, een museum met een expositie over inheemse muziek. In het zuidwesten is Quetzaltenango een goede uitvalsbasis voor tochten in de omgeving. De stad heeft veel te bieden, maar de meeste bezoekers komen voor de hete bronnen in de prachtige vulkanische omgeving. Een duik in één van deze heilzame baden is goed tegen allerlei kwalen. Althans, dat zullen de Guatemalteken je vertellen. In het centrale hoogland ligt Chichicastenango.
Hier kan men met eigen ogen de vermenging van Mayarituelen en het katholicisme zien. In het bijzonder in de omgeving van de Santo Tomás-kerk worden iedere zondag processies en andere religieuze bijeenkomsten gehouden. Daarnaast is in Chichi de grootste markt van Guatemala te vinden, een aanrader voor liefhebbers van artesania . Flores is een stad in het bosrijke Petén, gelegen op een eiland in het Meer van Petén Itzá. Toen de Spanjaarden kwamen, was Flores nog een geheel intacte Mayastad. Hier is nu nog weinig van te zien, want de veroveraars vernielden alles en bouwden hun eigen Flores op de ruďnes.
Vanuit Flores is het mogelijk per boot de baaien van het meer bezoeken. De kalksteengrotten van Atcun-Can liggen ook hier in de buurt. Eén van de hoogtepunten bij een bezoek aan de Petén-regio is een bezoek aan de ruďnes van Tikal, gelegen in Parque Nacional Tikal. In Tikal tref je behalve apen en vogels schitterende Maya-tempels en ruďnes aan, midden in de jungle. In de jaren zestig gingen reislustige hippies al naar Panajachel. Wat de stad ontbeert aan architectuur, maakt de ligging aan het prachtige Meer van Atitlán meer dan goed. Het meer een volgelopen vulkaankrater en de omgeving maken deel uit van een nationaal park.
In de dorpen aan de zuidelijke en westelijke oevers van het meer is te zien hoe de inheemse bevolking leeft. In Oost-Guatemala stroomt de Rio Dulce. Deze rivier mondt bij het stadje Livingston uit in zee. Livingston is het enige stadje in Guatemala dat een Caribische sfeer uitstraalt en is daarom zeker een bezoek waard. Op de Rio Dulce zelf is het mogelijk mooie boottochten maken.