Spanje
Spanje ligt in zuidwest-Europa, ten zuidwesten van Frankrijk, op het Iberische schiereiland, grenzend aan Portugal, de Golf van Biskaje, de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en bij de grens met Frankrijk de Pyreneeën. Tot Spanje behoren ook de Canarische Eilanden, gelegen in de Atlantische Oceaan. En voor de oostkust van het vasteland liggen de Balearen. De hoofdstad van Spanje is Madrid. In Atapuerca, in de buurt van de hoofdstad Burgos, werden de oudste fossielen van de mens in Europa ontdekt. "Kannibalen" van ongeveer 1.000.000 jaar terug en "el hombre antecessor" van ongeveer 300.000 jaar terug. Er zijn in dit land ook grote dolmen te vinden en resten van Keltische druïdencultussen.
De Basken kwamen opzetten en verspreidden zich over het gebied van het huidige Baskenland tot aan Guadalajara in Zuid-Spanje. Er ontstond een mengvorm van Kelten en Iberiërs. In het Parque Natural Internacional Arribes del Duero van zowel Zamora, Salamanca als Portugal zijn vele resten van bruggen, bronnen en dolmen van deze bevolkingsgroep te zien. Hierna ving de allesoverheersende en indringende bezetting en verrijking door de Romeinen aan. Spanje zou drie keizers leveren. Door de Volksverhuizing en de dooropvolgende instorting van het Romeinse rijk kwamen de Visigoten in Spanje aan de macht. De historische inval van de Moren in 711 via Tarifa en Gibraltar.
De bloeitijd van de Moren lag tussen 926 en 1030. In 1212 werden de Moren verslagen in de Slag bij Las Navas de Tolosa. De Spaanse middeleeuwse krijgers waren in het algemeen beter dan elders, ten minste na de reconquista. De Spanjaarden waren onverslaanbaar op gebied van zwaardvechten van man tot man. Inmiddels had Spanje zich, in navolging tot Portugal, op de ontdekkingsreizen gestort. Christoffel Columbus ontdekte in Spaanse dienst Amerika. De succesvolle expedities van Cortés en Pizarro mondden uit in de verovering van het Azteekse en het Incarijk, en de stichting van een wereldrijk. Spanje werd een wereldmacht onder de Habsburgers (1504-1700) en de Bourbons (1700-1868).
Het Spaanse rijk strekte zich over de hele wereld uit. Karel V heerste over Duitsland, Bourgondië, de Nederlanden, Oostenrijk, Hongarije, Bohemen, Moravië, delen van Italië, de Filipijnen en het grootste deel van Midden- en Zuid-Amerika. Na Karels dood in 1558 werd het rijk verdeeld tussen Filips en Ferdinand. De Turken bleven het de Spanjaarden lastig maken. De Fransen bestreden de Habsburgers omdat ze zich omsingeld voelden. Van 1701 tot 1714 woedde de Spaanse successieoorlog. Deze resulteerde in een gecentraliseerde staat met aan het hoofd het huis van Bourbon.
Aan het begin van de 19e eeuw, toen Napoleon Bonaparte keizer van Frankrijk was en een groot deel van Europa domineerde, zette hij de Bourbons af, wat resulteerde in een jarenlange guerrillaoorlog, die in Spanje nog steeds bekent staat als de Guerra de Independencia. Onder generaal Wellington werden de Spanjaarden geholpen en de Fransen werden in 1814 uit Spanje verjaagd. Heel Midden- en Zuid-Amerika kwamen echter in opstand, en uiteindelijk raakte Spanje vrijwel zijn hele koloniale rijk kwijt. In de tweede helft van de 19e eeuw leidde de Spaans-Amerikaanse Oorlog tot het verlies in 1898 van de laatste Spaanse koloniën op het westelijke halfrond: Cuba en Puerto Rico. Ook verloor het land de Filipijnen. In 1931 werd Spanje een republiek, nadat koning Alfonso XIII gedwongen werd af te treden. Voortdurende politieke instabiliteit leidde uiteindelijk tot de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939).
Die begon als een nationalistische opstand tegen de wettige republikeinse regering, maar was, met alle buitenlandse bemoeienissen, feitelijk een conflict tussen de democratie en het franquisme, een variant op het Italiaanse fascisme. Generaal Francisco Franco, leider van de nationalisten, kreeg steun van Duitsland en Italië, terwijl de regering werd geholpen door de toenmalige Sovjet-Unie en de vele buitenlandse internationale brigades. De nationalisten overwonnen, en generaal Franco bleef als dictator aan de macht tot zijn dood in 1975. Na de dood van Franco werd Juan Carlos I, de kleinzoon van Alfonso XIII, de nieuwe koning. In 1986 trad Spanje toe tot de Europese Gemeenschap, zodat het vanaf 1993 van de vrije markt kon profiteren. Het centrum van Madrid ligt ingeklemd tussen twee stadsparken, het Parque del Oeste en het Parque del Buen Retiro.
Het bestaat hoofdzakelijk uit zeventiende en achttiende eeuwse woonblokken en koopmanshuizen. Hier en daar zijn gevels, torens en ornamenten te ontdekken die ouder zijn en een Moorse invloed verraden. In het bijzonder de straten ten zuiden van de Calle Mayor, de belangrijkste oost-westverbinding in het centrum, tellen veel laatmiddeleeuwse gevels. De moeite waard is een bezoek aan het Escorial, het voormalige kloosterpaleis van Filips II. Het complex ligt ten noordwesten van de stad op duizend meter hoogte tegen de hellingen van de Guadarrama. Valle de los Caídos of'vallei der gevallenen' is onder Franco door tienduizenden dwangarbeiders gebouwd als herinnering aan de Spaanse Burgeroorlog.
De voormalige Spaanse dictator ligt er zelf ook begraven. Naar het zuiden ligt Aranjuez, de 'koningsstad' waar de vroegere Spaanse vorsten hun heil zochten als de warme zomers Madrid onleefbaar maakten. Met zijn lage huizen aan rechte straten en het indrukwekkende paleis, is het ook nu nog een prima 'toevluchtsoord'. Alcalá de Henares is de geboortestad van Cervantes. Er is een museum aan hem en zijn schepping Don Quichote gewijd. Monumentaal is de vijftiende eeuwse universiteit met zijn schitterende façade. Het hart van Madrid wordt gevormd door de Puerta del Sol (de zonnepoort). Dit is het exacte geografische midden van Spanje en heeft om die reden een belangrijke symbolische functie.
Niet voor niets marcheerden Napoleon en Franco er demonstratief onderdoor om hun macht over heel Spanje te bevestigen. In de directe omgeving van de Puerta del Sol liggen gezellige winkelstraten. Vanaf de Puerta del Sol loopt de Calle Mayor naar het westen en passeert daarbij de Plaza Mayor. Dit plein met het imposante ruiterstandbeeld van Filips III vormt het epicentrum van de stad. Andere bezienswaardigheden zijn Almudena-kathedraal, Palacio Real, Madrileense opera, Plaza de España met het standbeeld van Cervantes' romanfiguren Don Quichote en Sancho Panza, Plaza de Canalejas, Plaza Cánovas del Castillo met de fontein van Neptunus, museuminselá met het Prado-museum, het Thyssen-Bornemisza-museum, Casón del Buen Retiro, Reina Sofia-museum te vinden.
Madrileense Museo d'Arte Contemporaneo en het grootste stadspark van de Spaanse hoofdstad het Parque del Buen Retiro. De Spaanse centrale hoogvlakte, de Meseta Central, overlapt de autonome regio's Castilië-León, Castilië-La Mancha en Extremadura. Het Castiliaans Scheidingsgebergte vormt de noordelijke begrenzing. Naar het zuiden roept de Sierra Morena het golvende heuvelland van Midden-Spanje als een zeedijk een halt toe. Drie rivieren houden de Meseta in leven: de Duero in het noorden, de Guadiana in het zuiden en tot slot de Taag die de laagvlakte in tweeën deelt. Wat de kastelen en kathedralen zijn voor het noorden van het Meseta, zijn de windmolens in het zuiden. Een korte, spectaculaire kustlijn en lage, groene heuvels bepalen voor een belangrijk deel het landschap van Baskenland.
In de streek La Rioja komen de beste wijnen van Spanje vandaan. Diep in het binnenland van Navarra ligt bijvoorbeeld Olite waar Spanjes mooiste kasteel staat. En in Pamplona wordt jaarlijks het spectaculaire feest van San Fermín gehouden, waarbij onder andere stieren door de straten worden gejaagd. Het razendsnelle en spectaculaire balspel Jai-alai typeert het nationale volkskarakter. Dat zou je ook kunnen zeggen van het nieuwe Guggenheim Museum dat eigenlijk nergens anders had kunnen verrijzen dan in Bilbao, het industriële en financiële hart van Baskenland. De Baskische keuken wordt wel de nouvelle cuisine van Spanje genoemd en heeft zich in de afgelopen decennia een speciale plaats weten te verwerven in de Europese culinaire traditie.
Het agrarische achterland van Galicië wordt gedomineerd door de Macizo Calaico, de bergstreek die als opstap fungeert voor het machtige Cantabrisch randgebergte dat ver naar het oosten doorloopt. Hier zoeken visrijke rivieren traag de dalen op. De meeste bezienswaardige burchten zijn te vinden in de streek rond Castro-Caldelas en Ribadivia. Het landschap van Asturië heeft een meer open karakter dan dat van Galicië. Het Cantabrisch randgebergte wijkt hier naar het zuiden en maakt plaats voor een zacht glooiend heuvelland waar kuddes schapen en geiten veelvuldig de weg blokkeren. Aan de Costa Verde (de groene kust) liggen talloze kleine, onbedorven vissersdorpen van soms niet meer dan twintig huizen. Kenmerkend voor Asturië zijn de kleine, vaak zeer luidruchtige chigres (tapperijen). Je kunt er je dorst lessen met de befaamde Asturische appelcider.
De Cantabrische kust wordt verder naar het westen vlakker. Hier ligt veruit de mooiste stad van Noord-Spanje, Santander. Dit is de hoofdstad van de autonome regio Cantabrië. De grillige kustlijn verbergt daarnaast een groot aantal andere mooie badplaatsen met goede en schone stranden, maar met over het algemeen beperkte accommodatie. Het ondiepe achterland van Cantabrië gaat naar het zuiden toe vrij abrupt over in het Cantabrisch randgebergte waarin een van Spanjes mooiste nationale parken ligt, Covadonga. Naast wilde paarden stuit je in dit gebied ook vaak op gemzen, herten en berggeiten. Verder worden meer en meer wolven en beren gesignaleerd, zij het dat hun populaties marginaal zijn.
De Spaanse oostkust behoort nog steeds tot de drukst bezochte vakantiebestemmingen van Europa. Ook het achterland is tegenwoordig veel beter toegankelijk dan voorheen. De weelderige plantengroei langs de Middellandse Zeekust, die in de luwte van de Pyreneeën zelfs subtropische trekken krijgt, gaat naar het westen toe geleidelijk over in het uitgestrekte en nauwelijks bewoonde Aragónese binnenland dat een onbarmhartig continentaal klimaat kent. Dit uitgemergelde en hier en daar steppeachtige landschap produceert bij de gratie van omvangrijke irrigatiewerken tarwe, maïs en rogge en houdt grote kuddes schapen en runderen in leven. Het dunbevolkte Aragón telt een groot aantal oude vestingstadjes die toeristisch interessant zijn, zoals Albarracín, Alcañiz, Calatayud en het hoog in de Pyreneeën gelegen Jaca. Naar het zuiden wordt het landschap glooiender.
Op de hellingen van de heuvels worden olijven, amandelen en druiven geteeld. De belangrijkste wijngebieden van Oost-Spanje liggen echter aan de kust, tussen Barcelona en de streek rond Tarragona. Een bezoek aan een van de tientallen bodega’s, bijvoorbeeld die van Villafranca del Penedès, even ten zuidwesten van Barcelona, bied je de mogelijkheid uitgebreid kennis te maken met de excellente wijnen van Catalonië. Bezienswaardigheden in Barcelona: Ramblas, Sagrada Familia, Guell Park Plaza Catalunya, Camp Nou, Montjuic, diverse musea en kerken. Dat geldt vooral voor de Gran Coronas, de topwijn uit het huis van Torres. Het noordelijke kustgebied van Catalonië, de Costa Brava, wordt nu nog slechts gedragen door een klein aantal badplaatsen met enige allure.
Zoals San Feliu de Guíxol, dat ten zuidoosten van Girona ligt en een relatief hoog voorzieningenniveau heeft. Het enige manco, een klein en smal toelopend strand, wordt gecompenseerd door de brede Paseo del Mar met zijn heerlijke terrasjes waarachter de authentieke binnenstad ligt. Bepaald chique is de noordelijker gelegen badplaats San Agaro. In Hostal de la Cavia , dat wordt omringd door prachtige tuinen, is de Catalaanse keuken tot kunst verheven en gestoken in een prijzig vijfsterren jasje. Modern, maar toch uiterst aangenaam, is het ruim opgezette en populaire badplaats Platja d'Aro. In het hoog gelegen kasteel worden culturele evenementen gehouden die doorgaans een beter niveau hebben dan in de meeste grote steden langs de Catalaanse kust. De toeristische streek bij uitstek van de Costa Brava is de Golf van Rosas.
Badplaatsen als La Escala en Rosas springen er echter uit. Zij hebben naast brede en betrekkelijk schone stranden met groen omzoomde boulevards, ook een gezellige stadskern met goede winkels. Ten noorden van de Golf van Rosas ligt Cadaqués met het kleine maar beroemde Museo d'Art Perrot-Moore waar een unieke Dalí-collectie is ondergebracht. Langs de Costa Dorada, die zich uitstrekt tussen Malgrat de Mar en het Ebro-bekken, liggen afgezien van Tarragona slechts een paar, dat zich van de rest onderscheiden. Zoals de ten zuiden van de Catalaanse hoofdstad gelegen stadjes Sitges en Castelldefels, die met hun lommerrijke boulevards en uitgestrekte zandstranden zelfs in het hoogseizoen nog aantrekkelijk zijn.
Ten zuiden van Tarragona ligt Port Aventura, een pretpark. De Ebro-delta en bezienswaardigheden: het historische stadje Vich, het even oude Manresa of, in de buurt van Tarragona, het lieflijke dorp Montblanc dat wordt omringd door twee van de grootste kloosters van Spanje en Tortosa. De Ebro-delta zelf behoort tot een van de belangrijkste vogelgebieden van Europa. Langs de Costa del Sol zijn de stranden even uitgestrekt als overbevolkt. Toeristencentra als Estepona, Marbella Fuengirola, Torremolinos en Málaga, werpen langs de kustwegen hun schaduwen ver vooruit in de vorm van een bijna eindeloze aaneenschakeling van hotels, campings, restaurants en disco's. De Costa de la Luz heeft vissersdorpen en badplaatsen veel meer hun oorspronkelijke karakter hebben behouden.
In de tapasbars en dorpscafés krijg je nog de originele gazpacho voorgeschoteld, de traditionele koude groentesoep die stijf staat van de knoflook. Op de gezellige en niet te drukke terrassen kun je genieten van fritura mixta de pescados, een verrukkelijk licht gefrituurde combinatie van lokale zeevruchten. Andalusië kent ook tradities die niet de tong maar oog en oor strelen. Daarvan is de canto flamenco de bekendste. Het zuiden van Spanje is ook de bakermat van het Spaanse stierengevecht. In Granada realiseerden Moorse bouwmeesters en achtergebleven christenen een droom: de paleisstad Alhambra.
De macht van de Kerk bereikte in het zuiden van Spanje haar hoogtepunt met de bouw in Sevilla van de op twee na grootste kathedraal ter wereld. Andalusië wordt beheerst door twee bergketens, de Sierra Morena en Sistema Béticos. Daartussen ligt het dal van de machtige Río Guadalquivir. De delta van de rivier strekt zich uit ten zuiden van Sevilla en vormt een van Europa's grootste vogelreservaten, het Parque National Doñana. Rondom Sevilla strekken zich niet alleen onafzienbare wijngaarden uit, maar liggen ook de landerijen waar de Andalusische herenboeren hun beroemde vechtstieren fokken. De beste zandstranden van Andalusië liggen tussen Huelva en Cádiz, onder andere bij Mazagón, Matalascañas en Torre de la Higuera. Prima stranden zijn ook te vinden ten noorden van Cádiz, tussen Rota en Chipiona, en op de zuidelijkste kaap van Andalusië bij Tarifa, dat ook bekendheid geniet als surfcentrum.