Singapore

Singapore is het kleinste land van Zuidoost-Azië. Het is een groep eilanden die van Indonesië wordt gescheiden door de Straat van Singapore en van Maleisië door de Straat van Johore. Beide zee-engten zijn zeer nauw. De Straat van Singapore is een deelzee van de Straat Karimata en daarmee weer van de Zuid-Chinese Zee. Het hoofdeiland, Singapore, is met het vasteland verbonden door een dam in het noorden en door een brug in het noordoosten. Er vindt veel landaanwinning plaats om de mensen te kunnen huisvesten en nieuwe bedrijfsterreinen te kunnen aanleggen. De geschiedenis van Singapore gaat op zijn minst zo ver terug als de 14e eeuw. In die tijd stond het onder de naam Temasek bekend als een haven en versterkte stad. Het was een onderdeel van het Sri Vijaya rijk.

De Maleisische historische geschriften beschrijven de oude plaats. Recent archeologisch onderzoek toont aan dat het oude Singapore een handelscentrum van enig belang was. Volgens de legende zag koning Parameswara van Sri Vijaya een beest uit de zee dat op een leeuw zou lijken, en sindsdien zou de plaats Temasik zijn omgedoopt in "Singapura". De omgeving herbergde echter geen leeuwen, en als alternatieve verklaring wordt wel gezegd dat de naam niet van singa, leeuw, zou zijn afgeleid maar van sing, steen.

Dat zou betekenen dat de naam "rotsachtig gebied" betekent, en dan zou de verklaring "leeuwenstad" een geval van volksetymologie zijn. In 1819 werd het gebied van Singapore gekoloniseerd door Engeland. De Engelsman Sir Thomas Raffles stichtte een handelspost en legde daarmee de fundamenten van het huidige Singapore. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Singapore bezet door de Japanners. De plaats Changi, waarbij de huidige luchthaven is gelegen, werd door hen als interneringskamp gebruikt. In 1959 kreeg Singapore zelfbestuur, waarna het zich in 1963 aansloot bij de Maleisische Federatie. Op 9 augustus 1965 verliet het de federatie weer, en werd het een onafhankelijke republiek, lid van het Britse Gemenebest.

Ze verlieten de federatie omdat de mensen die een Chinese afkomst hadden gediscrimineerd werden door de federatie. Na de onafhankelijkheid heeft Singapore zich onder leiding van de toenmalige autoritaire minister-president Lee Kuan Yew ontwikkeld van een arm derdewereldland tot een van de welvarendste landen ter wereld. De haven van Singapore is een van de drukste havens van de wereld. Het inkomen per hoofd van de bevolking is vergelijkbaar met dat van westerse landen. De ‘must sees’ van Singapore zijn: Chinatown Wie een dag de tijd heeft om de stad te bekijken, mag Chinatown in ieder geval niet overslaan. Hoogtepunten in dit levendige stadsdeel zijn de ‘Thian Hock Keng-tempel’, de ‘Sri Mariamaandtempel’ en natuurlijk het Chinatown Centre, met de fascinerende voedselmarkt.

Na een bezoek aan Chinatown kan vervolgens een boottochtje per sampan over de Singapore-rivier gemaakt worden, waarna een bezoek aan Empress Place een logisch vervolg is. Hiervandaan is het niet ver naar het beroemde ‘Raffles Hotel’, waar op het binnenhof of aan de bar op koloniale wijze de dorst gelest kan worden. Een wandeling door Little India is zeer de moeite waard. Vanaf dit deel van de stad is het gebied rond Orchard Road goed te bereiken. Op deze brede boulevard is het afgelopen decennium het ene na het andere kolossale, glimmende winkelcentrum verrezen. Hier wordt Singapore’s welvaart tentoongesteld aan het grote publiek.

In de verschillende centra vind je verdieping na verdieping merkwinkels met de laatste internationale mode, parfums, horloges, speelgoed, onafzienbare hoeveelheden elektronica en antiek uit alle delen van Azië. Singapore zou Singapore niet zijn als er niet ook aan voedsel was gedacht. In de kelders van veel winkelcentra bevinden zich supermarkten, food centra en fast food-restaurants. Op de hogere verdiepingen zijn doorgaans de betere restaurants aan te treffen. Een wandeling door het Arab District het overzicht van Singapore’s belangrijkste culturen en ook de prachtige dierentuin van Singapore is beslist een bezoek waard. Andere bezienswaardigheden zijn: Tempel der 1000 lichten en de Sultanmoskee. Natuurliefhebbers kunnen de stadsjungle ontvluchten door naar het ‘Bukit Timah Nature Reserve’ te gaan.

In dit natuurpark kun je een wandeling maken door primair regenwoud, of de botanische tuinen of de ‘Chinese and Japanese Gardens’ bezoeken. De Nature Parks Board beheert ongeveer tweeduizend hectare bos op het hoofdeiland van Singapore. In het 81 hectare grote Bukit Timah Nature Reserve komt nog wat primaire jungle voor. Dit park bezit nog de meeste soorten bomen, planten en dieren van het verstedelijkte Singapore. In het midden van het hoofdeiland liggen rond de grote waterreservoirs natuurparken met secundaire jungle. Bij het district Yishun is wat moerasbos te vinden en bij Kranji, Ponggol en Pasir Ris zijn resten van mangrovebossen.

Grote diersoorten vind je in Singapore niet meer terug. Kleinere zoogdieren die het hoofdeiland nog in beperkte aantallen bevolken, zijn vliegende maki’s, dat is een halfapensoort, civetkatten, langstaartmakaken en twee eekhoornsoorten. Het land telt verder meer dan honderd vogel- en vlindersoorten. Singapore heeft een tropisch klimaat, niet verwonderlijk natuurlijk, zo dicht bij de evenaar. Dit betekent dat het er het hele jaar door warm is, dat de luchtvochtigheid hoog is en dat er, mede door de ligging aan zee, veel regen valt. De gemiddelde dagtemperatuur is 26,7 graden. Het wordt bijna nooit 'kouder' dan twintig graden, zelfs ’s nachts niet. Overdag stijgt de temperatuur bijna altijd naar rond de dertig graden.

Het land kent maar twee seizoenen: de regentijd en de droge tijd. De eerste helft van de noordoost moesson, van november tot januari, valt doorgaans de meeste regen. Februari is met gemiddeld ongeveer zes uur zon per dag de zonnigste maand van het jaar, terwijl december met ongeveer vier uur de minste zonneschijn gemiddeld per dag telt.

Foto Singapore

Standaard Informatie:

Naam: Singapore

Hoofdstad: Singapore

Valuta: singaporese dollar

Inwoners: 4.608.167

Taal: Chinees, Maleisisch, Tamil & Engels