De Republiek Moldavië is een republiek in Zuidoost-Europa, grotendeels gelegen tussen de rivieren Proet en Dnjestr (Nistru). Het land wordt in het westen begrensd door Roemenië en voor de rest door Oekraïne.  De Russische verovering van 1806 werd in 1812 in de Vrede van Boekarest bekrachtigd. Na de Russische Revolutie van 1917 verklaarde Bessarabië zich onafhankelijk, waarop het zich al snel bij Roemenië aansloot, het land dat in 1867 was ontstaan uit de vereniging van de vorstendommen Moldavië (het westelijke deel) en Walachije.

Moldavië werd in 1991 bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie een onafhankelijke republiek. De huidige republiek Moldavië omvat het heuvelland tussen de rivieren Prut die de grens vormt met Roemenië en Nistra. Tijdens de Sovjetoverheersing is daar een smalle strook op de oostelijke oever van de Nistra - Transnistrië - aan toegevoegd. Beide rivieren komen uit in de Zwarte Zee: de Nistra rechtstreeks, de Prut via de Donau.

Landschappelijk is er weinig verschil met de twee buurlanden, enerzijds is dit een voortzetting van de glooiende heuvels van oostelijk Roemenië (West-Moldavië), anderzijds van de 'zwarte aarde' van de Ukraïne. De uitlopers van dat laatstgenoemde, uiterst vruchtbare gebied nemen driekwart van het grondgebied in beslag. De hoogste heuveltop, de dicht beboste Kodren, heeft een hoogte van 429 meter.

Moldavië heeft een vrij gematigd landklimaat. Nagenoeg heel Moldavië bestaat uit zacht glooiende landschappen, afgewisseld met kleine, steppeachtige vlaktes. De heuvels zijn soms dicht, soms spaarzaam begroeid met onder andere beuken, eiken, esdoorns en vooral uitgestrekte wijn- en boomgaarden. Er komt voornamelijk klein en middelgroot wild voor, zoals everzwijnen, dassen, herten, vossen, hazen en wolven. Industrie en akkerbouw hebben het leefgebied van de dieren sterk doen inkrimpen.

Chisinau is de grootste stad van Moldavië. De Moldavische hoofdstad ademt zelfs na 10 jaar onafhankelijkheid nog de sfeer van een Sovjet-stad: keurig aangeharkte, kaarsrechte straten, druk en chaotisch, Stalinistische huurkazernes, rammelende trolleybussen en de stank van slechte benzine. De stad heeft een aantal musea, maar heeft weinig echte bouwkundige monumenten.

De voornaamste attracties zijn de stadsparken. In de naaste omgeving (Coju_na, Cricova, Streni) kunnen in groepsverband en met een gids enkele grote wijnkelders worden bezocht. Kleine dorpen waar paard-en-wagen, ossenkarren zijn de voornaamste middelen van vervoer zijn. Alles oogt landelijk, rustig, primitief naar Europese maatstaven en bovenal tamelijk armoedig.

De kunstliefhebber zal zich meer aangetrokken voelen tot de orthodoxe kloosters met hun vele fresco's. Sinds de regering van de Moldavische vorst _tefan de Grote in de 14e eeuw heeft het kloosterleven een enorme bloeiperiode meegemaakt die pas aan het eind van de 19e eeuw, toen de druk van de Turkse bezetting en de Russische bemoeienis met de Balkan het sterkst was. Jammer genoeg liggen de mooiste kloosters aan de Roemeense kant van de Prut. Ongetwijfeld het mooiste dorp is Orheiul Vechi, dat de bezoeker verrast met een fraai, in de rotsen uitgehouwen kloostercomplex, een openluchtmuseum en ruïnes van een middeleeuws stadje.

Meer kloosters zijn te vinden ten oosten van de stad Bli. Gagauzië is interessanter als cultuurhistorische attractie dan als toeristische attractie. De bevolking van deze autonome regio spreekt een Turks dialect, maar heeft de islam verruild voor het christendom. De Gagauzen stammen af van vluchtelingen uit de vele Turks-Russische oorlogen in de 18e eeuw. De hoofdstad is Comrat. Transnistrië heeft Tiraspol als hoofdstad.

Naar vorige pagina