Het Groothertogdom Luxemburg is een land in het noordwesten van Europa dat grenst aan België, Duitsland en Frankrijk. In 963 werd Luxemburg een graafschap, in 1354 een hertogdom en in 1815 een groothertogdom onder Willem I. Bij het Verdrag van Londen werd Luxemburg opgesplitst en verloor het meer dan de helft van zijn grondgebied aan België. Het grotere Franstalige westelijke deel werd de Belgische provincie Luxemburg. Het kleinere overblijvende, Duitstalige oostelijke deel kreeg een grotere zelfbeschikking.

Volledige onafhankelijkheid werd verkregen in 1890. Door Duitsland overrompeld in beide wereldoorlogen, gaf het zijn neutraliteit op in 1948 toen het toetrad tot de Benelux en het jaar daarop tot de NAVO. In 1957 werd Luxemburg een van de zes oprichters van de Europese Economische Gemeenschap en in 1999 trad het toe tot de eurozone. Zo klein als Luxemburg is, het heeft toch twee duidelijk verschillende landschappen. Ten noorden van de rivier de Attert  ligt de Oesling of Éisléck. Dat is een onderdeel van het zandstenen overgangsgebied van de Ardennen naar het Eifelgebergte. Erg hoog is het niet, de top ligt op 559 meter. De Oesling wordt doorsneden door fraaie rivierdalen. De Sûre, de Wiltz en de Our trekken vrij diepe sporen door het landschap.

Het zuiden van het groothertogdom is het Gutland of Bon Pays, een uitloper van het 200 tot 350 meter hoge, ertsrijke plateau van Lotharingen. Het gedeelte tegen de Duitse grens aan is een prachtig natuurgebied, dat van Nederlandse soldaten in de negentiende eeuw de naam Klein-Zwitserland kreeg. Het is een onderdeel van een groot natuurpark dat zich tot ver over de Duitse grens voortzet (Deutsch-Luxemburgischer Naturpark). De hele Duits-Luxemburgse grens is van een natuurlijk karakter. Hij wordt gevormd door de rivieren Our en Sûre en de hier al tamelijk brede Moezel, die bij Wasserbillig gezelschap krijgt van de Sûre. De hellingen langs de Moezel leveren wijn van uitstekende kwaliteit. Luxemburg is een vrij bosrijk land, waarbij de beuk de boventoon voert. Er komen weinig bijzondere diersoorten voor in Luxemburg. Moeflons en damherten zijn ingevoerd. De snelstromende riviertjes, die vroeg of laat allemaal in de Moezel uitkomen, zijn rijk aan vis.

Zalm en forel moesten echter wijken voor de aanleg van waterwerken en de verontreiniging uit de mijnbouwgebieden in Lotharingen. De meest bezienswaardige plaats in het groothertogdom is uiteraard de hoofdstad Luxembourg. Het is vooral de ligging die imponeert. Op een plateau dat aan drie zijden wordt omgeven door een diepe kloof. Het 'Gibraltar van het Noorden' gold als moeilijk neembare vesting. Van de fortificaties zijn nog belangrijke delen bewaard gebleven. De voornaamste monumenten zijn het onopvallende paleis van de groothertog (beperkt toegankelijk) en de kathedraal. De bovenstad telt twee aantrekkelijke pleinen: de Place d'Armes en de Place Guillaume II. Daar tussenin ligt een voetgangersgebied dat alle interessante winkelstraten omvat.

De belangrijkste musea zijn het Musée de l'Etat (met een historische en een kunstcollectie) in het centrum en de Villa Vauban in het stadspark (met een goede particuliere collectie kunst). In het stadsdeel aan de overzijde van de kloof vind je een post- en een trammuseum. Je krijgt gratis toegang tot alle bezienswaardigheden in het hele land en onbeperkt vrij reizen met het openbaar vervoer als je een Luxembourg Card aanschaft (vanaf ongeveer negen euro voor één dag; ook verkrijgbaar voor twee of drie dagen). De belangrijkste, bezienswaardige plaatsen buiten de hoofdstad zijn: Sprookjes- en attractiepark Parc Merveilleux. Clervaux met gerestaureerde burcht hier wordt in een permanente tentoonstelling herinnerd aan de Slag om de Ardennen. Van de Luxemburgse fotograaf Edward Steichen is een fraaie tentoonstelling 'The Family of Man' te zien. De producent van het bekendste bier is gevestigd in Diekirch een aardig, centraal gelegen plaatsje. Het Musée Local toont Romeinse mozaïeken, de parochiekerk heeft oude fresco's in zijn interieur.

Echternach is bekend door zijn beroemde abdij waaraan een scriptorium was verbonden waar schitterend versierde manuscripten werden gemaakt. De abdij bezit zelf geen manuscripten, maar in een expositie wordt het verhaal van dit 'monnikenwerk' verteld. De druk door dagjesmensen bezochte stad heeft nog een origineel dinghuis (Denzelt, waar in de Middeleeuwen recht gesproken werd) en een aardig prehistorisch museum. Buiten de stad liggen de resten van een Romeinse villa. Esch-sur-Sûre Schitterend gelegen en uiterst sfeervol. Grevenmacher is het mooiste dorpje aan de brede Moezel met een befaamde champagnekelders een vlindertuin. Voor de liefhebbers van oude kunst zijn er in de plaatsen Hachiville, Junglinster en Rindschleiden in de dorpskerken prachtig bewerkte altaren en fresco's te zien. In wilz staat een van de best bewaarde kastelen van het land, deels nog bewoond.

Naar vorige pagina