Koeweit is een kleine olierijke monarchie op het Arabische schiereiland in Azië aan de kust van de Perzische Golf, grenzend aan Saoedi-Arabië in het zuiden en Irak in het noorden. Koeweit was deel van het Abbasidenrijk vanaf de 8e eeuw. Het werd later opgenomen in het Ottomaanse rijk in de 16e eeuw, waar het uiteindelijk een zekere vorm van autonomie verkreeg als prinsdom.

De huidige heersende familie stamt af van een van deze prinsen, sjeik Sabah al-Awwal, die heerste van 1756 tot 1772. In 1899 tekende de toenmalige prins, sjeik Mubarak, een verdrag met de Britten, waarmee het een Brits protectoraat werd. In 1914 erkende de Britse overheid Koeweit als een onafhankelijke overheid, zij het nog onder Britse protectie. In 1961 werd Koeweit volledig onafhankelijk. Inmiddels had de ontdekking van olie tot grote rijkdom geleid. Hoewel het een bondgenoot was van Irak tijdens de Irak-Iran oorlog, werd het bezet en geannexeerd door Irak op 2 augustus 1990. De bezetting was het begin van de Golfoorlog van 1990-1991, waarin Koeweit in januari 1991 door een internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten werd bevrijd.

Een aantal eilanden voor de kust behoort ook tot Koeweit. De grootste daarvan zijn Bubiyãn, Warhab en Faylakah. Alleen Faylakah is bewoond. Koeweit bestaat voornamelijk uit grindwoestijn en zandvlakten, met hier en daar een heuvel tot 300 meter hoog, enkele sikkelduinen en wat oases. De woestijn wordt van het noordoosten naar het zuidwesten toe hoger. Langs de kust liggen ondiepten en moerassen. De eilanden in het noorden zijn ontstaan door slibafzetting. Koeweit kent geen rivieren of meren. Koeweit heeft weinig flora en fauna. Na een periode van regen groeien in de woestijn cactussen en een aantal struiken.

In een enkele oase groeien dadelpalmen. De zoutmoerassen worden gekenmerkt door de zoutwaterplanten die er groeien. Het klimaat is er de oorzaak van dat er weinig diersoorten in Koeweit leven. De hoofdstad van Koeweit is Koeweit-Stad. De stad heeft een groot commercieel gebied met winkels. Het nationale museum was eens de trots van Koeweit en tevens het middelpunt van de belangstelling. Tijdens de bezetting is de gehele collectie kapotgeslagen en is het gebouw verbrand. De ruïnes van het nationale museum zijn dagelijks voor toeristen te bezichtigen.

Een van de hallen is gerestaureerd en wordt af en toe gebruikt voor tentoonstellingen. Het Saduhuis is een museum opgezet om de bedoeïenkunst en werken in stand te houden. Dit is tevens de beste plaats in Koeweit om bedoeïenkunst te kopen. In het Nationale Vergadering gebouw is het mogelijk parlementsvergaderingen bijwonen. Hiervoor moet u uw paspoort laten zien. Op verzoek kan alles vertaald worden in het Engels.

Het Sief Paleis is het officiële gebouw van de raadsleden van de emir. Helaas is het niet toegankelijk voor publiek en u mag het van de buitenkant alleen fotograferen als u schriftelijke toestemming heeft om te fotograferen. Tegenover het paleis staat de grote moskee. Het bekendste kenmerk van Koeweit zijn de drie grote torens. De hoogste heeft maar liefst een hoogte van 187 meter. In de torens bevinden zich huizen, restaurants en een koffiehuis. Twee van de torens worden voor een deel gebruikt als opslagplaats voor water. Vanaf de torens overziet u het paleis van de emir.

Andere bezienswaardigheden zijn het Tareq Rajab museum en het wetenschappelijke en historische museum. De stad Al-Ahmadi is gebouwd voor de huisvesting van de olie-industrie. Tegenwoordig dient het als opslagplaats voor de privé-reserves van de KOC (Koeweit Oil Company). Het oliecentrum toont een inleiding in de KOC werkwijze en organisatie en is opengesteld voor publiek. Daarnaast bezit de stad een kleine publieke tuin. Al-Jahra heeft de bezienswaardigheid en dat is het Rode Fort. Tijdens de gevechten in 1920, tegen Saudi Arabië, speelde dit fort een belangrijke rol.

Naar vorige pagina