Griekenland
Griekenland ligt in Zuidoost Europa en grenst in het noorden aan Albanië, Macedonië, Bulgarije en Turkije. In het zuiden, oosten en westen is het omgeven door de Middellandse Zee. De kustlijn van Griekenland is 14.880 kilometer lang.
De grootste rivieren zijn Álfios (Peleponnesos), Axios (Thessaloniki), Evros (Egeïsche Zee), Nestos (Kavala) en Strymon (Amphipolis). Tot 1000 v. Chr. werd Griekenland geregeerd door vele verschillende leiders van diverse afkomst. Het gebied groeide uit tot een mengsel van onafhankelijke stadsstaten, waarvan velen kolonies in het Middellandse-Zeegebied vestigden.
De klassieke Griekse cultuur, die rond Athene wordt gecentreerd, bereikte zijn hoogtepunt in de vijfde eeuw voor Christus alvorens het werd veroverd door Philippus II van Macedonië in 338 voor Christus. Het gebied werd later gecontroleerd door de Romeinse en Byzantijnse imperia alvorens het werd geabsorbeerd in het Ottomaanse imperium in 1456. In 1829 bereikte Griekenland zijn onafhankelijkheid en vestigde een constitutionele monarchie. Er volgde een militaire staatsgreep in 1967 en een democratische republiek werd gevestigd in 1974. Griekenland heeft een mediterraan klimaat, met over het algemeen warme, droge zomers en milde, natte winters. In het noorden en het binnenland heeft het klimaat continentale trekjes en kan het 's winters koud worden en zelfs sneeuwen.
Naast het vasteland, dat bestaat uit de gebieden Centraal Griekenland, Macedonië, Thessalië, Epirus, Thracië, Attika en Peleponnesos, telt het land tientallen grotere en kleinere eilanden. Ten westen van het vasteland liggen de Ionische Eilanden en tussen het Griekse en Turkse vasteland liggen de Egeïsche Eilanden, de Cycladen en de Dodekanesos. Ten noordoosten van Attika (Athene) liggen de Sporaden.
In de wateren die het Griekse vasteland omgeven liggen ongeveer 1700 eilanden die ook tot Griekenland behoren waaronder: Egina, Chios, Evia, Ikaria, Keffalonia, Kreta, Corfu, Kos, Lesbos, Naxos, Mykonos, Paros, Rhodos, Samos en Zakynthos . De hoofdstad van Griekenland is Athene. Het meest zuidelijke en grootste eiland van Griekenland is Kreta. De Olympus is de hoogste berg van Griekenland met een hoogte van 2917 meter en ligt ten westen van Thessaloniki. De Olympus wordt speciaal genoemd als verheven woonplaats van de oppergod Zeus, vanwaar hij soms zijn bliksemschichten naar beneden afvuurde.
Bezienswaardigheden in Griekenland zijn de tempel van Apollo Epicurius te Bassae, de archeologische plaats Delphi met de Apollontempel, bron van Kastalia en het orakel van Delphi. De Akropolis met Parthenon in Athene, de Dionysus theater in Athene, de berg Athos (heilige berg), het Meteora-klooster, (Dit gebied kenmerkt zich door de op hoge rotsige pilaren gebouwde kloosters) en de archeologische plaats Epidaurus (oude havenstad, ruines van Epidaurus), de stad Olimpia met ruines van de Zeus tempel, op het eiland Kreta: Knossos (Minoische opgravingen), Op het eiland Rhodos; de Kolos van Rodos, Afaia tempel, Agios Nektarios klooster en de ruines op de Kolona heuvel in Egina, Op het eiland Chios; Chios Stad en het klooster Nea Moni, op het eiland Kos: amphi theater, op het eiland Lesbos: kasteel bij Mithimna, kasteel in Mytilini en de tempel van Dionyssos, op het eiland Mykonos: dorpje Áno Méra met het16e-eeuwse Tourlianí-klooster en de kerk Panagía Paraportianí, op het eiland Paros: Byzantijnse kerk Katapolani en het 18e-eeuwse klooster Moní Christoú tou Dásous, Op het eiland Samos: Platanikia dal van de nachtegalen, Moni Spilianis (klooster met een kerk in een grot) en de ruïne Heraion. Op het eiland Zakynthos: Navagio (wrak van een boot), ruïne van het kasteel Sarakino en Geràki Cape (schildpaddenbroedplaats). De belangrijkste haven van Griekenland is Piraeus, deze haven ligt ongeveer 6 kilometer van Athene. Vanaf Piraeus zijn er veerverbindingen naar de meeste Griekse eilanden.