Gambia ligt aan de West Afrikaanse kust, en grenst aan Senegal. Gambia maakte ooit deel uit van het Ghanese Rijk. In 1889 werd Gambia een Britse kolonie en werd in 1965 onafhankelijk. Gambia is een lange, smalle, landinwaarts gaande strook land, dat door de Gambia-rivier wordt gesplitst in een noord- en zuidoever.

In de directe nabijheid van de rivier zijn mangrovebossen en moerasachtige gebieden, waar veel rijst wordt verbouwd. De noordoever van Gambia wordt richting de Senegalese grens droger en ter hoogte van de grens met Senegal is het woestijnachtig.

De zuidoever van Gambia is meer tropisch, met palmbomen, katoenstruiken, fruitbomen en bamboevegetatie. De kust van Gambia bestaat voor een groot deel uit een fraai zandstrand met daarachter met palmbomen begroeide lage heuvels, hotels en tropische bossen. De verschillende landschapstypen, van nat naar zeer droog herbergen bijvoorbeeld een groot scala aan vogels, hetgeen het een aantrekkelijke bestemming voor vogelliefhebbers maakt. De Gambia rivier heeft een grote invloed op de vegetatie in het land.

Langs de rivier is een weelderige vegetatie te vinden, terwijl verder van de rivier af het landschap in droge savanne overgaat. Onder invloed van het zeewater, dat tot 150 kilometer stroomopwaarts het zoutgehalte van het rivierwater beïnvloedt, is langs de benedenloop van de rivier veel mangrovebos te vinden. Abuko Nature Reserve is een drukbezocht park. De belangrijkste trekpleister van dit park is het grote aantal vogels. Ondanks het kleine oppervlak, zijn er 270 verschillende soorten vogels waargenomen.

Het klimaat van Gambia is tropisch, met een droog seizoen en een regenseizoen. Tijdens het droge seizoen is het meestal aangenaam warm, terwijl langs de kust een zeebries voor wat afkoeling zorgt. Tijdens het regenseizoen vallen korte, maar hevige buien, die gepaard kunnen gaan met harde windstoten.

De populaire plaatsen van Gambia zijn Bakau, Banjul en de kuststrook Serrekunda Coast, deze laatste is eigenlijk geen plaats maar een kuststrook verdeeld in Kololi, Kotu, Bijilo en Fajara. De meeste Gambianen wonen in compounds. Dit zijn lemen of, bij iets rijkere mensen, cementen hutjes met een rieten dak of een dak van golfplaten, vaak op een afgescheiden erf met daarbij nog een apart keukenhutje en eventuele onderkomens voor dieren. In een compound kunnen wel 30 mensen wonen, allen familie van elkaar. Een dergelijke familie bestaat uit het compound-hoofd met 1 tot 4 vrouwen (wat de islam toestaat), zijn kinderen en eventuele jongere broers met hun vrouwen en kinderen. Een dorp wordt gevormd door meerdere compounds (meestal allemaal familie) rondom een Bantaba, een centraal gelegen, open veld, dat de functie heeft van een dorpsplein.

Hoewel de meeste Gambianen moslim zijn, wordt het geloof niet zo streng beleefd als in het nabijgelegen Mauritanië. Zo hoeven vrouwen zich niet te sluieren en mogen ze werken op het land, reizen of naar de markt gaan. De markt is de sociale ontmoetingsplaats in de dorpen en steden en hier is het dan ook altijd een drukte van belang. Boottocht over de Gambia-rivier vanaf Denton-Bridge bij Banjul naar Lamin, een uitvalsbasis vanwaar safari's worden georganiseerd, met hutjes gebouwd op palen boven het water en een haventje.

Bezienswaardigheden in Gambia zijn: Bijilo Forest Park: reservaat met veel vogels, apen en hagedissen, bezoek aan batikfabriek, dolfijnenzoektocht op de Gambia-rivier, tocht met quads over het strand, kreekvissen, jeepsafari langs de kust naar Gambia's grootste vissersplaats Gunjur, ca. 50km ten zuiden van Banjul, via de slavenpost Albreda naar Juffure, de geboorteplaats van Kunta Kinte. In Juffure is de compound van Kunta Kinte, die nog steeds door de familie bewoont wordt, te zien. Kafountine (in Senegal): traditioneel dorp aan de kust, in een mangrovegebied. Het gebied rond Kafountine is een bekend vogelgebied.

Watersportsafari op de Gambia-rivier vanaf Denton-Bridge bij Banjul, waar men kan waterskiën, kneeboarding en tuberiding. Georgetown, in Georgetown zijn nog veel gebouwen die doen denken aan de koloniale tijden, verder resten van 2 forten en een oud slavenhuis, van waaruit slaven vervoerd werden naar Amerika of Europa.

Tendaba-Camp, Afrikaanse stijl gebouwd kamp met hutjes met rieten puntdaken, harde bedden en weinig comfort. Men krijgt hier een indruk van het Gambiaanse dagelijks leven. Bezoek aan een likeurstokerij of bierbrouwerij, oriëntatietour naar Banjul, nationaal museum en de Albert Markt, Serrekunda en Bakau (met een heilige krokodillenpoel). Een vroege vogeltocht. Een tocht naar buurland Senegal of een bezoek aan het vissersdorpje Tanji (op ongeveer 20 kilometer van Kololi).

Naar vorige pagina