Engeland is een land in West-Europa. Het vormt samen met Noord-Ierland, Schotland en Wales het Verenigd Koninkrijk. Engeland is een van de oudste koninkrijken van Europa en heeft een bewogen geschiedenis. Beenderen en werktuigen hebben uitgewezen dat de mens al ongeveer 700.000 jaar geleden in het huidige Engeland leefde.

Zuid-Engeland was in die tijd nog door een brede strook land verbonden met het vasteland. De eerste inwoners van het eiland waren de Iberiërs, afkomstig uit Spanje en Portugal. Ze kwamen rond 3000 voor Christus en hebben waarschijnlijk Stonehenge gebouwd.

Rond 1500 voor Christus, de Bronstijd, kwamen er mensen uit de Donauvallei. Tussen 400 en 600 voor Christus kwamen de Kelten naar Engeland. Met de eerste golf kwamen de Gaels, maar zij werden naar Schotland en Ierland verdreven door de tweede groep Kelten, de Prythons (Britons).In 55 voor Christus probeerde Julius Caesar Engeland te veroveren, geïnteresseerd in de grondstoffen die het land scheen te hebben.

Hij werd verslagen door de Prythons maar een jaar later kwam hij terug en toen won hij wel. In de 5e eeuw verlieten de Romeinen Engeland vanwege aanvallen op Rome zelf en werden de Britten aan hun lot overgelaten. De Britten vroegen Germaanse stammen om hulp toen de Gaels uit het noorden de Britten aanvielen, maar in plaats van te helpen vielen die stammen, alsook de Juten, zelf binnen.

In de 7e eeuw volgden de aanvallen van de Noormannen. Na lange oorlogen werd er in de 9e eeuw een verdrag gesloten waarbij de Noormannen de noordoostelijke helft van het eiland kregen. Langzaam vermengden de twee groepen zich steeds meer en in het jaar 1016 werd het land weer één onder Koning Knoet de Grote. Na de dood van Koning Knoet de Grote ging de strijd om de troon verder.

Deze duurde tot het jaar 1485 toen de rozenoorlog was geëindigd daar kwam Hendrik VII als winnaar uit strijd en hij kroonde zichzelf tot koning. De hoofdstad van Engeland is Londen. Bezienswaardigheden zijn St. Paul’s Cathedral, Tower of London, gigantische reuzenrad het British Airways London Eye, Tate Modern, het Great Court van het British Museum, Kensington Palace, Buckingham Palace en nog veel meer. Engeland was vroeger voor een groot deel bedekt met bossen. Hier is niet veel meer over, op een paar bosrijke gebieden na zoals de New Forest bij Southampton en Sherwood Forest in de buurt van Nottingham.

Het kustlandschap van Engeland is zeer gevarieerd, van kiezelstranden en krijtrotsen in Sussex tot uitgestrekte zandstranden in het noorden van Norfolk. Het zuidwesten kent witte zandstranden waar populaire badplaatsen liggen als Brighton en Blackpool. Engeland wordt in het algemeen gedomineerd door laagland. Hoger gelegen gebieden zijn het Penninisch Gebergte, de Yorkshire moerassen, gebergte van Cumbria en Cornwall. Zuidoost-Engeland is een gevarieerd gebied met veel bomen, bossen en parken.

Het bekken van Greater London is omgeven door krijtheuvels: in het noordwesten liggen de Chiltern Hill en in het zuiden de North Downs en de South Downs die uitlopen in gigantische krijtrotsen. Meer naar het oosten ligt de trechtermond van de Theems met aan beide kanten verschillende kleine baaien en kreken.

In Zuidwest-Engeland zijn de graafschappen Devon en Cornwall met elkaar verbonden door een granieten bergkam met hooggelegen, stenige heidevelden en rotspunten. De lange kust biedt diversiteit aan landschappen, variërend van indrukwekkende rotsbastions, baaien en zeearmen die tot diep in het binnenland reiken met beboste oevers. East Anglia heeft een licht glooiend landschap met uitgestrekt akkerland.

Ten oosten van Norwich liggen de Norfolk Broads, dat een aantal ondiepe wateren heeft. De Midlands worden in het noorden en westen begrensd door het Penninisch Gebergte en de bergen van Wales. In het zuiden en oosten loopt een grens die gevormd wordt door dalen, rivieren met steile hellingen van bergketen van onder andere de Cotswolds Hills. Noord-Engeland heeft hooggelegen heidevelden en bergen.

Hier ligt het Penninisch Gebergte (Pennines) met aan weerskanten uitgestrekte laagvlakten met onder andere de Cheshire Plain en de Lancashire Plain. Aan de oostkant ligt een vruchtbaar gebied, dat in noordelijke richting uitloopt in de Vale of York en naar zee wordt begrensd door krijtplateaus. In het uiterste noorden zijn de onherbergzame Cheviot Hills (afgesleten overblijfselen van oude vulkanen).

De Yorkshire Dales heeft een kalklandschap met plateaus en hoge heuvels met afgeplatte toppen, waaronder de 693 meter hoge Pen-y-Gent, maar ook kloven, rotswanden, grotten en onderaardse rivieren. Ten oosten van het Penninisch Gebergte beslaat het North York Moors National Park. In het westen bevindt zich het Lake District met de hoogste bergtoppen van Engeland, zoals de Scafell Pike met een hoogte van 978 meter. Deze streek heeft een grote verscheidenheid aan berglandschappen, woeste rotsen tot mooie parklandschappen bij het Windermere Lake.

Engeland heeft een groot aantal kleine rivieren; de grootste is de Theems  Engeland heeft  55 bevaarbare rivieren, onder andere de Theems, Ouse, Trent, Humber, Tees, Wear en Tyne. De meren, vooral in het veel bezochte Lake District, zijn niet groot, maar vaak mooi gelegen. Lake Windermere is het grootste meer van Engeland.

Engeland heeft een zeer maritiem klimaat door de ligging midden in de Noord-Atlantische Golfstroom en vooral door de sterk overheersende zuidwestelijke winden, die bijna voortdurend vochtige zeelucht aanvoeren. Engeland en Wales hebben elf nationale parken en talloze andere beschermde gebieden met uitgezette wandelroutes, waaronder Devon, Cornwall , Peak District, Snowdonia (Wales) en Lake District.

Verder zijn er volop mogelijkheden voor watersport, fietsen, paardrijden, bergbeklimmen en sportvisserij. Ook zijn er diverse dierentuinen en pretparken. Engeland heeft ook zandstranden, vooral in het zuidwesten langs de kust van Cornwall en Devon. Dit zijn de drukste stranden.

Naar vorige pagina